MALCOLM MAC WATT - SETTLER

Artiest info
Website
facebook
label: Need To Know Music

Dankzij de Brexit en de daaraan verbonden grillen van de postdiensten, die vinden dat ze, nu het Verenigd Koninkrijk niet langer deel is van de EU, zomaar 20 tot 25 £ aan invoerrechten mogen vragen voor een CD, waar je als recensent niet eens om gevraagd hebt, kon het gebeuren dat deze plaat, die ons sinds begin september 2021 aangekondigd was en die op 26 november effectief uitkwam, er tot begin februari 2022 over deed om onze brievenbus te bereiken. We gaan er werkelijk met reuzenschreden op vooruit in dit deel van de wereld, maar dit terzijde.

Malcolm MacWatt, dus: een jonge Schotse songwriter, die in de voorbije drie jaar twee ep’s en n drie full cd’s uitbracht, die overal goed onthaald werden en die nu een vierde volwaardige plaat uitheeft, waarop hij het typisch Schotse “story-telling” koppelt aan muziek die, qua melodieën en arrangementen heel veel aan de akoestische muziek van de Amerikaanse Appalachen ontleent. Erg verwonderlijk is dat op zich niet: als je opgevoed bent met een dieet van Schotse folk, als je je jeugd doorbrengt in de Highlands, als je, zoals iedereen uit je omgeving, gaat werken op een van de talloze olieboorplatformen in de Noordzee, dan leer je als vanzelf respect en ontzag hebben voor de kracht van de natuur en word je als vanzelf een beetje nederig bij de confrontatie met de immense krachten van wind en zee.

Als je daarnaast een Schot bent met wortels in meerdere delen van de wereld en als je voorouders, net zoals het Schotse volk in ’t algemeen, uitgezwermd zijn over de have wereld, dan leer je als vanzelf over de muurtjes uit je dichte omgeving kennen en kom je, jong muzikant zijnde, als vanzelf in de Appalachen uit.

De nieuwe plaat bevat elf zelfgeschreven composities van Malcolm , die, op de basgitaar van Phil Dearing en een gitaarpartij op één song na (“John Rae’s Welcome Home”), van Kris Drever, alles zelf inspeelde en zong.
Nu is het merkwaardige en dat de man, hoewel hij zelf over een heel knappe zangstem beschikt -een Schot, nietwaar?- uitgerekend voor de vocale kant van de zaak de hulp inriep -en kreeg- van een paar topzangeressen, die voor heerlijke verfraaiingen zorgen.

Zo is er Jaimee Harris, uit Austin, Texas -en partner van Mary Gauthier- die opener “Avalanche and Landslide” helemaal de Grote Plas over trekt. Uit Nashville is er de heerlijke Laura Cantrell, songwriter en radiomaakster, die ons aller eeuwige dank verdient voor het schrijven van de klassieker “Not The Trembling Kind” van dik twintig jaar geleden. Zij tilt “The Curse of Molly McPhee” naar eenzame hoogten en tekent de nog altijd zwaar onderschatte Gretchen Peters voor dezelfde taak in “My Bonny Boys Have Gone”. Dit zijn stuk voor stuk schoolvoorbeelden van hoe je door en door Schotse verhalen een Americana-feel meegeeft.

Eliza Carthy, de dochter van Martin en vooral rasartieste van gigantische klasse maakt de omgekeerde beweging: waar Malcolm de song “The Miller’s Daughter” in New England situeerde, zorgt zij, met haar oer-Engelse aanpak, een onvergetelijk moment, zoals er heel veel te horen zijn op deze knappe plaat, die nochtans ook ruimte biedt voor minder fraaie verhalen als “Banjo Lullaby” over een drankverslaafde vader, die zijn gezin terroriseert en steevast een slaapliedje speelt op zijn banjo.

Samengevat is dit dus een bijzonder mooie, evenwichtige plaat van een kerel die de knapste melodieën weet te verzinnen bij fraai verwoorde verhalen. Dat de vermelde gastmuzikanten toestemden in medewerking aan deze plaat, zou genoeg moeten zeggen en hier ten huize wordt heel erg gehoopt op een tournee(tje) van Malcolm die, daar ben ik zeker van, voor een avondje intens luisterplezier kan zorgen.

(Dani Heyvaert)